vrijdag 5 februari 2016

Roken is zo je bier met twee handen vasthouden.



Een anti-rook campagne van STIVORO 25 jaar geleden. Ik zag het en ik moest het posten. Niet omdat ik veel met reclame bezig ben voor mijn opleiding. Nein. Puur omdat het van toepassing is op mezelf. Ik zal het even uitleggen.

Mijn levenshouding is vanaf mijn 14e vrijwel altijd hetzelfde gebleven. Roken, ongezond eten (ik hou van chips, nee wacht, ik ben verslaafd aan chips) en vooral niet sporten. Met mijn beste maatje hield ik van hangen, want bewegen was voor jankerds. Evenals niet-rokers. Roken was stoer! Echt wel. Als professionele hanger rookte ik wel 4 pakjes in de week. Prima prestatie voor een puber. Roken en hangen, dat hoorde bij mij. Vooral dat roken. Dat ik mijn lichaam naar de klote inhaleerde, daar was ik Oost-Indisch doof voor. Marlboro, die rode, dat waren mijn peuken. Toen ik langzaam wat meer slijm omhoog ging hoesten, dacht ik dat het misschien beter zou zijn om die groene te gaan roken. Dat is menthol, véél beter. Bij het woord 'stoppen' moest ik overgeven. En daarbij, wat moet ik in godsnaam met mijn handen doen als ik in het café sta. Met twee handen mijn biertje vasthouden? Dacht het niet.
Die visie heb ik ook zo'n 11 jaar volgehouden, op zich ook best wel een hele prestatie. Maar opeens zag ik het licht. En dat hebben de Jehova's niet voor mij geregeld. Ik stond onder mijn afzuigkap in mijn nieuwe appartement een peuk te roken. Ja, ik rookte binnen want de deur open maken en naar buiten stappen was me te veel moeite. Hallo, ik heb rokerslongen, beetje dimmen. Maar goed, die peuk smaakte me niet en ik werd chagrijnig. Toen zag ik ineens een felle lichtstraal en van ver af hoorde ik een stem: 'Zouse neet eens goan stoppen madam?' (vertaling voor onze Brabo's en overige Hollanders onder ons: zou je niet eens gaan stoppen madam?) Ja, in mijn wereld is God gewoon een Limburger. Kom op zeg. Maar ik schrok, en wat vieze zure prut kwam vanuit mijn buik naar boven. Je zult me wel smerig vinden, maar ik slik dat gewoon weer af. En ik dacht: 'Ja, dat ga ik doen.' En daar schrok ik zelf van. Ik heb dat al ontelbare keren gezegd, maar ik voelde het nu anders. Ik vond mezelf maar een aansteller en merkte hoe lang ik me al vies voelde door die vieze rook dat mijn lichaam van binnen opvreet. Dus ik stopte, meteen de dag erna.
En dat is een maand geleden, en ik moet zeggen dat ik erg trots op mezelf ben. Ik sport nu minimaal 3 keer in de week en ik vind het heerlijk. JA IK SPORT. Stop nu maar met lachen. Ik sta nog elke morgen op met spierpijn en loop als een bejaarde met een rollator. Maar ik voel me schoon en gezonder. Ik merk dat ik mijn biertje niet met twee handen hoef vast te houden, want met de andere hand kun je ook makkelijk gebruiken om iemands nipple te twisten bijvoorbeeld. Het gaat me makkelijk af en zo moeilijk is het niet. En ik vind het al helemaal fantastisch om te zeggen tegen iemand: 'Ja, ik sport.' En als diegene vraagt wat ik dan voor een sport doe, dan zeg ik: 'Och, vanalles: body combat, spinning, rennen, krachtoefeningen'. Ha, ik voel me als een God. Die Limburger ja.
Het punt is dus, dat de Ruby van nu haaks staat op die van toen. Dat beeld van mezelf is inmiddels vervaagd. Evenals het idee dat roken stoer is. En wie had ooit gedacht dat het zou gebeuren. Dus bij deze draag ik deze column op aan mijn wilskracht om niet meer te roken. HOORAY! HOORAY! En dan is het nu tijd ingeroosterd om complimentjes in ontvangst te nemen. Kadotip: een envelop met geld.

2 opmerkingen: